Hoe zet je een haarverzorgingsroutine op

Beginnen met een nieuwe haarroutine gaat zoals bij elke nieuwe gewoonte die je ontwikkelt. Het kost wat tijd en moeite voordat het natuurlijk aanvoelt. Daarbij moet je met vallen en opstaan leren wat een goede routine is en welke producten werken.

De routine van haarverzorging komt neer op wassen, drogen en stylen, maar er zijn meer dingen die je in de gaten moet houden om ervoor te zorgen dat je haarroutine is aangepast aan jouw behoeften en voor langere tijd kan worden aangehouden.

Bij het opzetten van een gezonde haarroutine houd je rekening met vier factoren.

Bepaal bij het opzetten van je haarroutine eerst wat voor type haar je hebt: fijn, dun of dik. En let ook op de textuur. Haartexturen zijn:

• steil
• golvend
• krullend
• kroezend

Als je je haar bleekt of verft, of als je het met een chemische behandeling steil laat maken, kan het droger worden of meer schade oplopen dan natuurlijk, onbehandeld haar. En als je regelmatig warme hulpmiddelen gebruikt, kan je haar ook daardoor schade oplopen.

Je kunt je haar op allerlei manieren dragen en stylen. Je haarstijl kan bepalend zijn voor hoe vaak je je haarverzorgingsroutine uitvoert en welke producten je gebruikt. Stijlen zijn:

• je haar natuurlijk laten
• aan de lucht drogen
• drogen met een haardroger
• steiler maken of krullen
• opsteken
• neerlaten
  

Bepaal wat je wilt bereiken of wat je wilt oplossen. Dit kan zijn:

• schilferachtige droge hoofdhuid
• olieachtige hoofdhuid
• gespleten haarpunten
• beschadiging door warmte
• kroezen
• pluizen
• droogheid
  

Als je weet wat jouw haartype en textuur is, kun je ook beter bepalen welke producten je moet gebruiken – en hoe vaak – om je haarverzorgingsroutine uit te voeren. Het is ook belangrijk om rekening te houden met chemische of mechanische schade, styling en aandachtspunten.

Hoe vaak je jouw haarverzorgingsroutine uitvoert, hangt af van de textuur en het type van jouw haar:

• Dun, fijn haar: Dit type haar wordt vaak snel vet en olieachtig, dus is het normaal om het regelmatig te wassen – soms elke dag.
• Gemiddeld, dik haar: Omdat dit type haar doorgaans niet zo snel olieachtig wordt, is het aan te raden om haar van dit type om de twee of drie dagen te wassen.
• Grof, kroezend haar: Haar van dit type en deze textuur is in het algemeen droger en minder vet, zodat je het minder vaak hoeft te wassen. Een of twee keer per week is voldoende.

Het kan zijn dat je je haar vaker moet wassen als je vaak sport en veel zweet, of als je hoofdhuid zichtbaar olieachtig of schilferig is of jeukt.

Bepaal aan de hand van je wekelijkse activiteiten wanneer het het beste uitkomt om je haar te verzorgen. Probeer verschillende schema’s uit om erachter te komen welke combinatie voor jou het beste werkt.

Dit zijn de vijf stappen:

De eerste stap in je haarverzorgingsroutine is het wassen van je haar. Kies een shampoo die is bedoeld voor jouw haartype en textuur – zo kun je je haardoelen bereiken, zoals hydrateren of voller maken.

Breng de shampoo aan op de hoofdhuid en boven in het haar om overmatige olie en opeengehoopt product te verwijderen.

Net als bij een shampoo moet je een conditioner kiezen die bedoeld is voor jouw haartype en voor jouw aandachtspunten.

Mensen met fijn of dun haar zijn meer gebaat bij een lichtere conditioner die het haar niet zwaar maakt, en mensen met dikker haar kunnen een conditioner nemen die zwaarder en voedzamer is. Breng de conditioner vooral aan vanaf de middenschacht naar beneden, waar het haar droger is en meer vocht nodig heeft.

Gebruik nadat je de conditioner hebt aangebracht een anti-klit kam om de conditioner gelijkmatig te verdelen.

Droog nadat je uit de douche komt je haar met een microvezeldoek. Microvezel is zachter voor het haar dan badstof en neemt veel vocht op, waardoor het drogen sneller gaat.

Haar is op zijn kwetsbaarst als het nat is. Verwijder daarom na het afdrogen eventuele klitten voorzichtig met een natte borstel of een anti-klit kam en breng vervolgens desgewenst producten aan.

Net als shampoos en conditioners zijn producten voor na het douchen toegespitst op verschillende haartypen en behoeften. Denk aan haaroliën en serums, leave-in conditioners, hitte beschermers en air-dry creams.

Volg de aanwijzingen voor elk product om zeker te zijn dat ze correct werken in deze stap van je haarverzorgingsroutine.

De volgende stap in je haarroutine is drogen. Dit kun je doen door te drogen aan de lucht of door te föhnen. Het is goed om je haar af en toe aan de lucht te drogen. Als je het minder vaak aan warmte blootstelt, is er ook minder kans op schade door warmte. Als je je haar föhnt, neem dan een haardroger die werkt met een kortere droogtijd en die niet extreem warme lucht geeft.

Voor haar dat van nature krult is het aan te bevelen om een diffuser te gebruiken. Gebruik voor steil haar tijdens het drogen een paddle brush om je haar steil te maken of een ronde borstel om je haar meer volume te geven.

Ook kun je overwegen om een haarstyler te gebruiken waarmee je je haar tegelijkertijd kunt drogen en stylen zonder extreme warmte.

De laatste stap in je haarroutine is stylen. Als je je haar aan de lucht hebt gedroogd en je bent tevreden met het resultaat, kun je deze stap overslaan. Voor werk of uitgaan kun je je haar steil maken of krullen. Stel de warmte lager in om schade bij het gebruik van warme hulpmiddelen te voorkomen. Je kunt je look voltooien en kroezen of pluizen vermijden met stylingproducten.